Fishstick
Sinds we hier wonen hebben we een kat. Maar niet heus.
In de eerste maanden na de verhuis merkten we dat er
regelmatig een mooie, peper-en-zoutkleurige kat op bezoek kwam. Eerst was hij
schichtig, maar langzamerhand werden zijn visites frequenter en kwam hij kopjes
geven en streeltjes vragen. De Pateekes vonden het natuurlijk geweldig. Pateeke
1 beschouwde de kat als haar eigen tremendum et fascinosum waarbij ze hem niet
met rust kon laten, maar wanneer hij in haar richting keek: Ho maar. Pateeke 2
keek zoals steeds eerste de kat (ha!) uit de boom, maar nadien durfde ook hij
steeds meer en meer met het diertje spelen.
Het is typerend menselijk gedrag om een levend wezen zo snel
mogelijk een naam te geven. Zo ook bij ons. Nadat alles clichés als Minou,
Fluffie en Tijger waren gepasseerd, landden we op de naam Fishstick. Fishstick
maakte al snel deel uit van ons dagelijkse leven. Er werden kattenbrokjes in
huis gehaald, er werden stukjes garen geknipt om mee te spelen, en de TV was
gedurende enkele weken heel wat minder interessant.
Op een avond merkte Liefje op dat Zijne Majesteit (want zo
gedroeg onze kat zich ondertussen) er toch wel heel goed verzorgd uitzag voor
een zwerfkat. Fishstick, die ondertussen had geleerd hoe hij het schuifraam met
zijn pootje kon open krijgen en dus regelmatig binnenglipte, lag op dat moment
rustig op de zetel te snoezelen. Ik nam een foto van hem, en besloot in de
Whatsappgroep van onze wijk even te checken of iemand Fishstick al ooit in de
buurt gezien had. Niet veel later kwam er een berichtje binnen: ‘Maar, dat is
onze Felix!’ Fishstick bleek niet enkel baasjes te hebben, hij woonde gewoon
twee huizen verder dan ons.
Ondertussen zijn we verschillende maanden verder en mag
Fishstick niet meer bij ons binnen. Toegegeven, ook het feit dat drie van de
vier gezinsleden zich de pleuris niesden op momenten dat hij binnen zat, riep
op tot maatregelen. Wel kunnen we het nog steeds niet laten om dagelijks een
bordje met brokjes en water klaar te zetten, waardoor Fishstick/Felix hier in
de tuin een prachtig buitenverblijf heeft, waar hij meer tijd lijkt door te
brengen dan bij zijn baasjes.
Toen ik onlangs even een babbeltje sloeg met de
overbuurvrouw kwam Fishstick gezellig bij ons zitten. De buurvrouw lachte en
zei: ‘Maar jou ken ik, jij glipt elke week wel een paar keer bij ons binnen, is
het niet?’ terwijl ze zachtjes achter zijn oren kriebelde. Fishstick bleek dus
naast zijn vaste thuis én zijn buitenverblijf bij ons, nog een derde huis te
hebben waar hij het zich allemaal laat welgevallen. Op dat soort durf en
gewichtigheid kan ik alleen maar jaloers zijn.
Misschien krijgt hij wel een extra stukje zalm vanavond.
Deze ene keer…
Liefs
SmiS
Reacties
Een reactie posten